Zo tegen het einde van het schrijven van mijn blauwdruk van mijn boek over Pijn, besef ik dat de theorie aardig goed in elkaar is gestoken. Dus dat mentale stuk, daar zit wel genoeg in. In de praktijk heb ik mijn met eigen pijn gewerkt met iemand die met mij lijfelijk ging werken.
In het gesprekje vooraf werd nogmaals helder dat
- De eerste 20 jaar mijn lijf fysiek niet in orde was
- Dat ik daardoor geen vertrouwen in mijn lijf heb kunnen opbouwen ,dus dat de ervaring van vertrouwen afwezig is geweest in mijn lijf
- Inmiddels is de heup gerapareerd, operatie technisch geslaagd , dus zou het vertrouwen in mijn lijf ook gerepareerd moeten zijn. Zou je denken he?
Echter,
Toen mij gevraagd werd om te gaan staan en te voelen hoe ik sta, voelde ik dat ik enorme angst had om te vallen. Ik begon er spontaan bij te huilen, daarbij mij in een splitsecond herinnerde hoevaak ik gevallen was in mijn jeugd. En hoe eng dat voor mij is geweest.
Ook nu ik dit opschrijf, voel ik dat ik daar alsnog om kan huilen. Dus dat is de emotionele verwerking van het fysieke en emotionele trauma, waar ik me op kan focussen om dat uit te pijnen.
Lijfelijk gezien is het ook nog nodig dat ik weer vertrouwen in mijn lijf opbouw. Voor een deel komt dat vanzelf als mijn spieren zich meer gaan ontspannen door het uithuilen van toen, en voor een ander deel zal ik mijn lijf (en daarmee brein) nieuwe gewoontes aan moeten leren.
Samen gingen we op zoek naar een evenwichtspunt , zelf voelen waar mijn midden is, daar waar ik wankel van voor naar achter en van links naar rechts. Daarbij kon ik steun gebruiken van haar lijf, omdat ik anders echt zou vallen. Door de steun kon ik beter blijven voelen in mijn bekken en benen, en daardoor meer gevoel krijgen waar mijn lijf was. Ook kon ik voelen dat het in een middenpunt rustig en sterk voelt. In dat middenpunt was geen angst, daar voelde ik kracht. Langzaam kon zij haar lijfelijke steun afbouwen en loslaten en kon ik meer ‘gecenterd’ staan en zitten. Zo leert mijn lijf en mijn brein.