Als je beperkingen aan je lijf hebt, heeft dat gevolgen voor je manier van leven. En hoe je je met je pijnlichaam verhoudt met de mensen en de wereld om je heen. Met de invulling van je dag, met verwachtingen, met vriendschappen, relaties. Omdat jij je zelf moet aanpassen, – het is niet anders-, moet de wereld om je heen ook meebewegen met jou. Als je dat als kind niet gewend bent dat dat gebeurt, dan roept dat emoties van verdriet op. Dan raakt dat de onderliggende eenzaamheid die je als kind waarschijnlijk wel vaker heb ervaren, zonder dat je daar woorden voor had.
In die zin leidt jouw pijn in je fysieke lijf je naar je verborgen emotionele pijn, naar je hart.
Soms verandert of vermindert je pijn ook in je fysieke lijf als je oude emoties alsnog hebt kunnen doorvoelen. In mijn boek heet dat Uitpijnen.
Door uitpijnen toe te passen in je dagelijks leven, ontwikkel je een nieuwe manier van leven, met zorg voor je emoties en de daarbij horende behoeftes, door zorg voor je lijf, en daarmee zorg voor je hart.
Leven met pijn, die al dan niet nog te verzachten of op te lossen is, is een hele klus. Vraagt moed, draagkracht, focus, eerlijkheid en ontmaskering. Je laat mensen dichtbij, wat kwetsbaar voelt, omdat dat vroeger waarschijnlijk niet veilig genoeg voor je was.